Lichaam en geest, voeding en beweging, ze horen bij elkaar. Bewegen is goed voor je lichamelijke gezondheid. Goed voor je hart en bloedvaten, goed voor je longen, goed voor je spieren. Daarnaast beïnvloedt beweging nog veel meer: het is ook goed voor je brein.
Wetenschapper Richard Bailey ontwikkelde met zijn collega's het Human Capital Model, waarin zij de 88 effecten van bewegen die zij ontdekten, in zes groepen verdeelden:
• De fysieke waarde
Allerlei welvaartsziekten zorgen voor een lagere levensverwachting en voor een lagere arbeidsproductiviteit. Lichaamsbeweging heeft een positieve invloed op het voorkomen van ziekten zoals hart- en vaatziekten, kanker, COPD en diabetes. En hoe vroeger je in het leven begint met sporten en bewegen, hoe beter het lichaam fit blijft. Toch is het nooit te laat om te beginnen: sport en beweging is altijd effectief om veel ziekten te helpen voorkomen.
• Emotionele waarde
Naast de invloed op het lichaam is beweging ook goed voor je emotioneel welzijn. Je zelfvertrouwen, de rust in je hoofd en een goed gevoel van eigenwaarde nemen toe. Zo heeft beweging ook een positieve invloed op je stemming. Kies wel iets dat bij je past. Dat maakt het fijn om te doen en helpt je ook om het vol te houden.
• Sociaal waarde
Waneer sport en beweging in groepsverbond worden uitgevoerd (bij teamsport of wanneer met anderen getraind wordt) kunnen geduld, volhouden, incasseringsvermogen en respectvol gedrag worden geoefend. Deze eigenschappen komen goed van pas wanneer je in andere sociale verbanden (school, werk, families). Want het zijn levensvaardigheden die altijd van pas komen.
• Persoonlijke waarde
Sport en bewegen kan van invloed zijn op je zelfbeheersing, je gevoel van enthousiasme over dingen, je vermogen om te kunnen delen. Ook het nemen van verantwoordelijkheid voor je eigen vooruitgang en je veerkracht worden geoefend.; allemaal belangrijke dingen voor goede sociale vaardigheden, die bijdragen aan je persoonlijke ontwikkeling.
• Intellectuele waarde
Er is veel wetenschappelijke onderbouwing dat meer beweegmomenten in het onderwijs - zelfs als er daardoor minder tijd wordt besteed aan het gewone schoolwerk - leidt tot gelijkblijvende of betere schoolresultaten. Hoe dat komt? Als je lichamelijk in beweging komt, ontstaat er een grotere bloedtoevoer naar de hersenen, waardoor je aandacht en de onderlinge verbindingen in je hersenen worden gestimuleerd. En dat maakt dat je niet alleen beter wordt in sporten, maar dat je ook andere cognitieve taken (waaronder leren) beter kunt uitvoeren.
• Financiële waarde
Wanneer je bovenstaande uitkomst hebt gelezen, zal het je niet verbazen dat mensen die doelen stellen in sport en beweging ook vaak maatschappelijk goed hogerop kunnen komen, waar dan ook hogere salarisinkomsten aan zijn verbonden. De meest waarschijnlijke verklaring is dat verantwoordelijkheidsgevoel, een competitieve instelling en een actieve houding ook toenemen wanneer mensen zich op een goede manier inzetten voor sport en beweging.
Dus: Lichaam en geest, voeding en beweging .. niet morgen, maar nú! Wat houd je tegen?