Iedereen die ooit is bezig geweest met afvallen heeft vast wel eens gehoord van de zogeheten spaarstand. Een soort van bescherming van het lichaam in periodes dat je lijnt. De spaarstand beweert dat als iemand met 25 kilo overgewicht, na de eerste 10 kilo verloren te hebben in een soort van ‘spaarstand’ terecht komt en dus stopt met afvallen. Als we kijken naar een hele extreme vorm van afvallen, anorexia nervosa, dan bewijst deze ziekte eigenlijk het tegendeel.
Wat is nou eigenlijk de wetenschap van het afvallen? Bij afvallen draait het erom dat je structureel minder calorieën binnen krijgt dan dat je verbrand. Ga je dus in het begin van 8 sneetjes brood terug naar 5 sneetjes brood dan zul je dus gewicht kwijt raken. Maar let op als we afvallen krijgt het lichaam na verloop van tijd een nieuwe energiebehoefte. Dit heeft te maken met het feit dat hoe lichter we zijn, hoe minder calorieën het lichaam nodig heeft om te blijven functioneren. Dat betekent dus als je blijvend wil afvallen je dus eigenlijk iedereen keer je caloriebehoefte opnieuw moet bijstellen.
Daarnaast is het grootste probleem vaak dat wij niet beseffen hoeveel calorieën wij nou eigenlijk binnen krijgen. Het is zelfs wetenschappelijk aangetoond dat wij onze calorie inname vaak met 47% onderschatten en ons calorieverbruik tijdens een training met 51% overschatten.
Dus hoe graag je ook de uitzondering op de regel wilt zijn, er is nog nooit iemand geweest die door structureel calorietekort op termijn geen gewicht is verloren. Dit klinkt nu misschien allemaal heel simpel, maar makkelijk is afvallen zeker niet. Het draait uiteindelijk om verandering van gedrag en gewoonte.
Christel Postuma